Checklist: BHV

Elke werkgever in Nederland moet een adequate voorziening hebben voor de eerste hulp bij calamiteiten: bedrijfshulpverlening (BHV). Als ondernemingsraad of PVT heeft u instemmingsrecht op de wijze waarop dat is georganiseerd. Via dat recht kunt u flink bijdragen aan de veiligheid van de mensen die u vertegenwoordigt. Deze checklist geeft u een aantal handvatten bij het beoordelen van uw BHV-regeling.

1 Verplichting

In elke organisatie gebeurt wel eens wat en het op orde hebben van de bedrijfshulpverlening is dan ook broodnodig. Als u nu pas ontdekt dat de OR nooit heeft ingestemd met de wijze waarop de bedrijfshulpverlening bij u is geregeld of dat er zelfs niets geregeld is, kunt u uw initiatiefrecht gebruiken om daar verandering in te brengen.
Weigert de bestuurder, dan heeft u nog uw instemmingsrechten op de RI&E en het arboplan van aanpak om dit onverantwoorde risico te signaleren en aan te laten pakken. Als laatste redmiddel kunt u een beroep doen op de Inspectie SZW die de naleving van deze wettelijke verplichting controleert. Vraag om te beginnen het BHV-plan op. Dat behoort er te zijn.

2 Risico’s

De Arbowet verplicht uw werkgever om de mogelijkheden voor het verlenen van hulp bij bedrijfs- en andere ongevallen en zelfs rampen te organiseren. Hoe ver dat moet gaan en hoe dat georganiseerd moet worden wordt overgelaten aan werkgever en werknemers. Dat is wel prettig want de risico’s lopen afhankelijk van de organisatie en haar omgeving fors uiteen. Controleer of er voor uw organisatie of branche specifieke eisen gelden. Bijvoorbeeld vanuit de gebruiksvergunning van uw gemeente of een milieuvergunning.
Een goede BHV-regeling begint dus bij de inventarisatie van de eigen risico’s. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met risico’s die van buiten op de organisatie afkomen. Een ontruimingsplan moet in ieder geval onderdeel uitmaken van de regeling. Kleine ondernemers kunnen door samenwerking met anderen in hetzelfde pand vaak een betere regeling treffen dan alleen.

3 Aantal

Hulpverlening kan alleen gebeuren door mensen: de BHV-ers. Deze moeten er dan wel zijn. De wet verplicht de werkgever daarbij ook rekening te houden met anderen die in het eigen pand aanwezig zijn, zoals klanten en bezoekers. Dat betekent dat een winkel met een beperkt aantal personeelsleden in de periodes met veel klanten meer BHV-ers nodig heeft dan een kantoor met hetzelfde aantal werknemers.

Als vuistregel wordt wel 1 BHV-er per 50 aanwezigen gehanteerd omdat dit vóór 2007 de wettelijke norm was. Maar er kunnen redenen zijn om dit aantal te verhogen of verlagen. Van belang is dat de aanwezige BHV-ers op verschillende plekken zitten en ook aanwezig zijn in eventuele ploegendiensten. Maar ook dat de medewerkers weten welke collega  BHV-er is.

 4 Taken

Het verlenen van EHBO is een taak die in elke arbeidsorganisatie toevalt aan de BHV-er. Daarnaast moet hij in staat zijn externe hulpverleners, zoals de brandweer, op te roepen en met ze samen te werken. In afwachting van hun komst moet hij de gevolgen van de calamiteit zoveel mogelijk binnen de perken weten te houden.
Bij dat laatste hoort ook ontruiming bij noodsituaties. Dat gebeurt aan de hand van een opgesteld plan waarvan de hoofdlijnen bekend moeten zijn aan alle werknemers. Door van tijd tot tijd een calamiteit te simuleren kan het ontruimingsplan worden geoefend met alle aanwezigen. Zo’n oefening maakt iedereen weer bewust van de afspraken en geeft de organisatie de kans het plan te toetsen.

5 Kosten

Naast het oefenen van ontruimingen moet de BHV-er ook zijn overige vaardigheden op peil houden. Bijvoorbeeld EHBO en het gebruik van een aanwezige defibrillator of reanimatieset. Daarvoor is bij- en nascholing nodig. Ook een basisopleiding BHV is nuttig. Daarnaast zullen er bepaalde voorzieningen nodig zijn, zoals voldoende EHBO-materiaal, alarmainstallatie, nooduitgangen en aangegeven vluchtroutes. Let ook op de verzekering van de BHV-ers en de persoonlijke beschermingsmiddelen waarover zij dienen te beschikken.
In veel organisaties is het daarnaast gebruikelijk de BHV-er een maandelijkse vergoeding toe te kennen voor het beschikbaar zijn voor en uitvoeren van extra taken. Verplicht is dat niet, tenzij de cao een dergelijke regeling bevat.

Eerder gepubliceerd in OR Rendement