Deugen ondernemingsraden wel?

Het lezen van de bestseller ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman overtuigde me van zijn gelijk. Inderdaad, de meeste mensen deugen. De bewijzen zijn – als je ze maar wil zien – alle dagen voorhanden in de manier waarop mensen zich bekommeren om het lot van de ander. Waarin daadwerkelijk ‘om niet’ wordt geholpen en rekening met elkaar wordt gehouden. Maar geldt dit ook voor de meeste ondernemingsraden?

Eigenbelang

De WOR is duidelijk in de taak van elke ondernemingsraad: het vertegenwoordigen van de in de onderneming werkzame personen in het overleg met de bestuurder. De raad doet zijn werk dus namens het personeel, en niet uit eigenbelang. Toch kom ik soms ondernemingsraden tegen waarin voor een, meer of alle leden het eigenbelang de belangrijkste drijfveer lijkt te zijn. Zo gaat het sommige leden op de eerste plaats om de urenvrijstelling van hun ‘gewone’ werk, met een volledige vrijstelling als het hoogst haalbare doel.
Het gaat dan niet om medezeggenschap bij belangrijke besluiten, maar om het voorkomen dat bij de eerstvolgende OR-verkiezingen een ander wordt gekozen. Praat ze niet over een reglementsbepaling waarmee het aantal zittingstermijnen wordt beperkt! Ze hebben geen enkele behoefte hun collega’s te vertegenwoordigen. Voorkomen dat ze weer volledig aan het werk moeten is hun doel.

Vakbond

Ook leden die onverstoorbaar bij elke discussie steeds weer hetzelfde stokpaardje berijden zijn een voorbeeld van niet deugen. Ook al beweren ze bij hoog en bij laag dat veel collega’s er precies zo over denken. Het eigenbelang is hier het afreageren van persoonlijke frustraties.
Soms zit het eigenbelang verpakt in het vakbondsbelang. Dat zie je vooral in ondernemingsraden die voornamelijk uit vakbondsfracties zijn samengesteld. De fracties gaan doorlopend met elkaar in conflict. In de ondernemingsraad worden vetes uitgevochten en is er van constructieve samenwerking in het belang van organisatie en personeel geen sprake. Het na de verkiezingen samenstellen  van een nieuw dagelijks bestuur is al een hele klus. Of één vakbond domineert of er wordt gekozen voor een vertegenwoordiging van de verschillende bonden waarmee het conflict meteen wordt ingebakken in dat bestuur.

Stinkend

Maar waar blijft  Bregman dan in dit verhaal? Gelukkig zijn bovenstaande voorbeelden uitzonderingen op de regel. Die regel is dat het overgrote deel van de ondernemingsraden zich niet bezondigt aan eigen- en vakbondsbelang. En als er dan al een lid is dat geneigd is zijn eigenbelang voorop te stellen dan wordt dit door de rest gecorrigeerd. De meeste ondernemingsraden deugen dus wel degelijk, want ze doen hun stinkende best om wel hun collega’s te vertegenwoordigen en een bijdrage te leveren aan de voor organisatie en personeel belangrijke besluiten. De leden houden rekening met elkaar en kunnen hun vakbondslidmaatschap scheiden van hun taak als OR-lid.

En wat is het een feest om met die mensen in een OR-cursus te kunnen werken!

Radboud Hafkenscheid