Een trap veeg je van boven naar beneden

Toen ik nog een klein Achterhoeks jongetje was zei mijn moeder het vaak: “Kanniet ligt op het kerkhof en Wilniet ligt er naast”. Ik had dan weer eens geprobeerd onder een onaangenaam klusje uit te komen met een beroep op overmacht of ik had duidelijk laten merken dat ik er geen zin in had.

Aan deze uitspraak moet ik de laatste tijd vaak denken als het gaat om de in mijn beleving verstarrende verhoudingen tussen bestuurder en medezeggenschap bij een groeiend aantal van mijn klanten. Het lijkt erop dat meningen uitgroeien tot standpunten die de eigenaar ervan wortel laten schieten. Er valt geen beweging meer in te krijgen. Tegelijkertijd worden de lontjes steeds korter. Er hoeft maar weinig te gebeuren of er ontstaan al persoonlijke conflicten.

Ik houd het er maar op dat de ongewisse tijden waarin we nu al acht maanden leven – en waarvan het eind nog lang niet in zicht is – hiervoor verantwoordelijk zijn. Het samenwerken of tenminste het luisteren naar elkaar op zoek naar gemeenschappelijkheid verdwijnt. Onnodig, maar alleen te doorbreken als er weer aandacht komt voor gemeenschappelijke belangen.

Als de werkrelatie OR – bestuurder bij u ook onder druk staat, is er waarschijnlijk sprake van ondergesneeuwde gemeenschappelijkheid in belangen. Beschouw dat om te beginnen als een gegeven en stel uzelf dan twee vragen:

  • Hoe kan ik jouw belang dienen zonder mijn belang te kort te doen?
  • Hoe kun jij mijn belang dienen zonder jouw belang te kort te doen?

Als u de antwoorden als leidraad neemt voor het onderling overleg, trekt u dat overleg weer vlot. U laat de ander (en uzelf) namelijk in zijn waarde door alle ruimte te geven aan uiteenlopende belangen. Daardoor wordt vruchtbaar overleg weer mogelijk, de sfeer verbetert en na korte of lange tijd ontstaat er ook weer oog voor de gemeenschappelijkheid tussen het organisatie- en het personeelsbeslag.

Een trap veeg je van boven naar beneden, anders blijf je troep houden. Dat geldt hier ook. Van de bestuurder mag u verwachten dat hij onnodige spanningen wil voorkomen of verminderen. Help hem op die weg door zelf deze handreikingen te doen. Dat zal doorwerken in uw organisatie. En als hij dan toch nukkig blijft en zich gaat beroepen op de gecompliceerde coronasituatie, geef mij dan maar een seintje. Dan stuur ik mijn moeder naar hem toe.

Wim van Santbrink