Eitje tikken met de OR

Het is een jaarlijks gebruik in het deel van de Achterhoek waar ik geboren ben. Op eerste Paasdag komt de familie bij elkaar om eitje te tikken. Er zijn twee manieren om te winnen. Door het sterkste ei ongebroken over te houden dan wel door de meeste eieren op te eten. Omdat je het ei pas op mag eten nadat het kapot is getikt, ontstaat er tijdens dit traditionele spel bij de meeste spelers oververzadiging. Maar ook overmoed!

Illusie

Vorige maand was het weer zover. Met zijn tienen aan tafel waarop onder meer een met hardgekookte eieren rijk gevulde schaal. Ongeschilderde eieren, dat wel, want daar is bij het aantal dat wij naar binnen werken geen beginnen aan! De eerste eieren glijden soepel naar binnen, maar bij de derde ontstaat er hier en daar al een opgeblazen gevoel. De eerste afhakers worden zichtbaar. De overblijvers worden fanatieker en gaan over tot het toepassen van rituelen: de punt van het ei bevochtigen of je laten tikken in plaats van zelf te tikken. Ook andere technieken worden uitgeprobeerd.  Je hebt het gevoel dat zo’n ritueel de kans op de gewenste uitkomst vergroot. Hier toont zich de controle-illusie.
Het is een illusie omdat we ons gedragen alsof we controle hebben over gebeurtenissen die in werkelijkheid afhangen van blind toeval. Dat kan leiden tot overmoed. Je pakt nog een vijftiende ei als je ziet dat en enige tegenspeler met de grootste moeite zijn veertiende naar binnen werkt. Maar de ander laat zich natuurlijk niet kisten pakt ook nog een ei! Deze wedstijd kan nog eieren doorgaan. Met alle rituelen en commentaren die daarbij horen.

Risico’s

Ook bij het medezeggenschapswerk kan er sprake zijn van controle-illusie. Allereerst kan de OR zijn controle over de bestuurder overschatten. Je meent bijvoorbeeld zijn gedrag voor de volle honderd procent te kunnen voorspellen. Dat kan leiden tot ernstige missers als je meer eist dan de bestuurder bereid is te geven.
Een tweede risico is dat je als OR-lid wel weet ‘hoe je collega’s in de wedstrijd zitten’. Is dat wel echt zo? Is dit vertrouwen in de eigen inschatting terecht? En zijn we op zo’n moment nog bezig met waar het om behoort te gaan?
Het derde aspect is dat je vertrouwt op je gedrag in eerdere situaties en denkt daarmee de zaak ook nu ten positieve te kunnen beïnvloeden. Maar mensen zijn geen Pavlovhonden. Ze kunnen nu eens zus en dan weer zo reageren
In mijn paaseierenloopbaan ben ik ooit tot 25 eieren gekomen. Dat haal ik niet meer, maar ik ben een goede commentator met alle rituelen die daarbij horen! Bij een spelletje is dat leuk, maar in het echie?

Wim van Santbrink