Gaapverhalen
Heb jij dat nou ook? Denk je even gezellig te gaan kletsen of taakgericht te gaan praten met iemand, krijg je van die gaapverhalen waar je niet op zit te wachten.
Welkom in de medezeggenschap.
Ondernemingsraadsleden vermoeien elkaar en hun bestuurder regelmatig met verhalen, opvattingen en achtergronden waar de ander niet op zit te wachten. Waarom niet? Omdat ze er niet om gevraagd hebben. Sterker nog, ze hebben een heel andere vraag gesteld, maar daar krijgen ze geen antwoord op. Ze voelen zich gedwongen te luisteren naar verklaringen, achtergronden of toekomstbespiegelingen van degene die praat. Ze zien echter geen antwoord(richting) op hun vraag verschijnen. De spreker probeert, als het goed is, wel de vraag te beantwoorden. Maar hij slaat de plank helemaal mis. Wat hij zegt slaat misschien wel ergens op, maar niet op de gestelde vraag. Het is niet wat je wilt horen. ‘Willen horen’ is dan ‘tevreden zijn’ met (de kwaliteit van) het antwoord en dat is weer wat anders dan ‘blij zijn’ met het antwoord of het ‘ermee eens’ zijn.
Wat gebeurt er?
Bij de luisteraar: Tijdens zo’n gesprek word je onrustig, je gedachten dwalen af en zonder dat je dat merkt trek je een verveeld gezicht. Zonde van de tijd, zowel van de verteller als van de (niet-) luisteraar. U vraagt zich af of de spreker lijdt aan de ziekte van OZ (Orale Zelfbevrediging) of gewoon maar doorpraat om de stilte te verdrijven. In het laatste geval is het eind helemaal zoek.
Voor de beantwoorder van de vraag: Als je jezelf niet kunt bedwingen en geen onderscheid wil maken tussen ‘wat wil de vragensteller horen’ en ‘waar is hij het mee eens’ verval je onvermijdelijk in een discussie die nergens over gaat. Je verleent ongevraagde binnenlandse ontwikkelingshulp en probeert een ander te overtuigen die daar niet op zit te wachten.
Hoe te vragen?
Wat kan de luisteraar eraan doen? Heel eenvoudig; elke vraag moet het resultaat zijn van een drietrapsraket: de 3 watjes:
- Wat wil ik vragen?
- Wat wil ik horen? Waar ben ik benieuwd naar?
- Wat wil ik zelf over het onderwerp van mijn vraag zeggen?
Met name de tweede trap is cruciaal. In je vraag meteen je doel van de vraag toevoegen. En na verloop van korte tijd desnoods tussentijds samenvatten en aangeven of het antwoord je gespreksdoel nadert.
Hoe te antwoorden?
Hiervoor gelden maar liefst vier watjes:
- Wat is mijn boodschap?
- Wat maakt mijn boodschap relevant voor de vragensteller?
- Wat is mijn doel? Wat wil ik bereiken?
- Wat kan daarbij mijn eigen aandeel zijn?