Mijn oude blauwe korte broek

Het is zomer en ik ben thuis. Het is warm dus ik heb een korte broek aan. Alleen in en om huis natuurlijk want al het mooie dat je bezit hoeft niet aan de gehele buitenwereld getoond te worden.

Ik heb het liefst mijn oude blauwe korte broek aan… Hij is wat bleek, een aantal keren versteld, maar hij zit verreweg het lekkerst. Gerda, mijn vrouw, maakt er het liefst vandaag een poetsdoek van. Het ziet er niet meer uit, totaal versleten!

Maar daar komt niets van in natuurlijk, Hij zit  toch verreweg het lekkerst? In ieder geval beter dan een aantal nieuwe exemplaren met knopen aan de gulp die Gerda voor mij gekocht heeft. Wat een gedoe. Trouwens niemand heeft er last van dat ik die broek nog draag, ik loop niemand in de weg.

Gerda, je  naait toch zo graag…,kan je voor mij geen nieuwe broek maken? Zelfde model graag en het liefst in het blauw.  Meer van het vertrouwde zelfde, is dat herkenbaar?

Deze discussies kunnen er behoorlijk fel aan toe gaan. Ik kan me nog  een dergelijke discussie herinneren als cursusleider met een mevrouw van het hotel over een trui die ik aanhad. Die trui vertoonde dezelfde kenmerken als mijn oude blauwe korte broek, een zogenoemde Spekman-trui. Zij voegde me verbeten toe dat ze het liefst die trui in het openbaar van mijn lijf zou rukken en in het restaurant in de fik zou steken.

In ondernemingsraden vinden vaak (onderdelen van) vergelijkbare discussies plaats. Dit noemen ze koersdiscussies en als het uit de hand loopt: een richtingenstrijd.

Vaak is het zo dat vooral de oude garde oude korte blauwe broeken aan heeft. En het zijn de nieuwelingen die vragen stellen bij het bereikte resultaat, het stoffige imago en de onherkenbaarheid voor de achterban van de OR. De oudere garde denkt ‘dat heb ik al vaker gehoord, vroeger stelde ik me ook zo op, maar de realiteit is anders’.  Eerdere ervaringen, maar vaak ook opgedane overtuigingen worden gedeeld. Nu is er de keuze…Wat ermee te doen?

De dood in de pot, dat levert deze beproefde methode op. De OR stelt vast dat de oplossing kan liggen in het bepalen van een andere communicatie- en commissiestructuur. Nieuwe leden trappen daar altijd wel in. En omdat in de komende periode veel tijd gaat zitten in het vaststellen van deze structuur, kom je de komende tijd niet meer toe om over de inhoud van het OR-werk te praten. Daar ben je op die manier dus mooi van af

Je snapt dat ik mijn oude blauwe korte broek nog steeds draag en Gerda nog geen nieuwe gemaakt heeft. Niet mijn probleem natuurlijk…….

Hoe zit dat in jullie OR?