
Opvolging als voorbode van het grote genieten
Ik heb een opvolger! Hij heet Diederik van Prooijen, is 35 jaar, een betrokken persoon en met veel ervaring in het cursus geven. Qua medezeggenschap heeft hij nog wel wat te leren, daarom werkt hij met mij en anderen mee. Zo werk ik hem op het medezeggenschapsterrein in, zodat ik per 1 januari 2027 een en ander met een gerust hart aan hem kan overdragen. Degenen aan wie ik cursus geef zullen hem ongetwijfeld tegenkomen.
Einde van het werkzame leven
Zo wordt afscheid nemen van betaalde arbeid een nader onderwerp van discussie in huize van Vliet/van Santbrink. Ik zie dat afscheid nemen niet altijd als een hoogtepunt. Gerda wel, zij is al een aantal jaar naar volle tevredenheid pensionada. Ze heeft doordoor (dus) tijd voor iets anders dan werk. Alles mag, niets moet. Ze heeft ruimte om dingen te ondernemen waaraan je in je werkende leven niet aan toegekomen bent . Ook, en hopelijk niet in de laatste plaats, samen met ondergetekende. Gerda vindt dat ik daarvan af nu al best een voorschot op kan nemen. Ik vind dat soms ook, maar heb er nog niet altijd tijd voor (over) c.q. zin in.
Wij zijn in de gelukkige omstandigheid dat we een potje geld hebben gespaard dat verzilverd kan worden, Daarnaast krijgt Gerda nu al AOW en een klein pensioentje en ik hopelijk, na verloop van tijd, ook. De vraag is daarbij ook hoe oud je wordt en… in welke gezondheid. Kun je wachten met je idealen na te streven of moet je daar direct al mee beginnen? Je weet immers nooit of je tijd van leven en genieten hebt, nietwaar?
70 het nieuwe 50, geldt dat ook voor mij?
Ik las laatst iets over een recent IMF rapport ’70 het nieuwe 50’. De cognitieve vermogens van een 70-jarige in 2022 zijn te vergelijken met een 53 jarige in 2000 en qua fitheid met een 56 jarige uit dat jaar. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik qua leefstijl, niet behoor tot de zorgvuldigen. Geldt dit dan ook voor mij? Aan de andere kant: de koppeling tussen de ‘welverdiende eindstreep’ en het ‘grote genieten’ kan mij ook niet volledig bekoren. Kan het niet stapsgewijs en is het grote genieten dan afhankelijk van het behalen van deze eindstreep? Ik hoop het niet. Of projecteer ik mijn schrijnende gebrek aan liefhebberijen nu op mijn opvattingen?
Pensioen in Zicht
Ik vind een groot deel van mijn werk mijn (weliswaar betaalde) hobby. Bovendien heb ik de illusie dat ik als ZZP’er meer vrijheid heb om mijn werkzame leven in te richten. Daarbij komt dat 100% ‘niets meer doen’ bij mij zal leiden tot ‘verpieteren op de bank en me toch bemoeien met zaken waar ik me eerder niet mee bemoeid heb’. Tijd voor een Pensioen in Zicht-cursus?
Tegen de ‘jeneverparadox’ in
De jeneverindustrie stelde onlangs: ‘als een jeneverdrinker dood gaat komt er niemand voor terug’. Nu drink ik ook jenever. Ik hoop dat ik voor het vak cursusleider medezeggenschap het tegendeel kan bewijzen, al weet ik nog niet of Diederik jenever drinkt.