Pensioen voor dummies

Na tien jaar gedoe is er eindelijk een pensioenakkoord. Nou, dan zal het wel goed geregeld zijn, nietwaar? Dat is nog maar de vraag. Laat me het dus toch nog even met u hebben over die ingewikkelde materie.

Want ingewikkeld is het. We beperken ons dus tot de hoofdlijnen. Dat gaat ten koste van nuances, ik weet het, maar mijn verhaal moet wel passen in de door MZLeeuw ter beschikking gestelde ruimte.

Aanvullend

Om ook op je oudere dag door te kunnen leven hebben we in ieder geval de AOW. Voor ieder gelijk en betaald uit de belastingen. Veel is het niet en daarom is het wel heel prettig als er ook een pensioenuitkering is. Dat is een bedrag dat de werker zelf bij elkaar spaart, geholpen door bijdragen van de werkgever en van de overheid (geen belastingen). Feitelijk is het uitgesteld loon. Wie meer dan voldoende verdient kan daarnaast nog zelf geld opzij zetten voor later. Er zijn twee grote verschillen tussen dit ‘aanvullend pensioen’ en het pensioen uit het pensioenakkoord. Je spaart het niet collectief, maar individueel en het is alleen maar weggelegd voor mensen die flink wat overhouden aan het eind van de maand. Zij zullen zich wel redden, dus laten we ons beperken tot degenen die het straks van hun AOW en (collectieve) pensioen moeten hebben.

Potje

Over dat collectieve pensioen gaat het gesloten akkoord. Omdat de rente al jaren lang vreselijk laag is en de beleggingsmarkt riskant, zijn de pensioenpotten te karig voor de uitbetaling op de lange termijn. De dekkingsgraad is laag en blijft laag. Daarom wordt in dit akkoord het toekomstige pensioen geïndividualiseerd. Niet meer een grote gezamenlijke pot, maar voor iedere deelnemer een eigen potje. Wat betekent dat voor de werknemer? Dat hangt ervan af hoe de opbrengsten van het pensioenfonds zijn in de periode dat hij zijn eigen pensioenpot vult. Het kan meevallen en het kan tegen zitten. Wie meer verdient krijgt niet meer AOW, maar wel meer pensioen omdat hij daar ook meer geld in heeft moeten stoppen. Wat dat betreft zou het goed zijn als het minimumloon flink wordt verhoogd. Dat zou ook schelen voor de bijstands- en WW-uitkeringen. Tegelijkertijd stijgt dan de AOW, want ook die is gekoppeld aan het minimumloon.

OR

Als OR-lid vraagt u zich wellicht af ‘wat moeten wij nu met pensioenen? Dat is toch het werk van de bonden, de pensioenfondsen en de overheid?’ Dat is wel zo, maar als uw OR de belangen van de werknemers wil behartigen dan kunt u zoiets belangrijks als hun uitgestelde loon niet links laten liggen. Misschien kan het beter. Als het uw bedrijf goed gaat, kan het misschien wel veel beter. De OR kan dan zorgen voor aanvullende afspraken.

Deskundigheid

Vóór 2024 moeten alle werkgevers overeenstemming krijgen met hun OR over een evenwichtig transitieplan en een nieuwe pensioenovereenkomst, tenzij de vakbonden op grond van de cao deze rol al hebben. Natuurlijk is het goed daarvoor een deskundige in te huren, maar besteed dit niet helemaal uit! Grijp uw kans om u onder zijn leiding te verdiepen in de materie. Dan kunt er ook voor zorgen dat alle werknemers goed worden geïnformeerd. MZLeeuw helpt u daarbij.

Lukas van Steveninck