Inspraak als het uitkomt

Toen ik onlangs tijdens een kerstborrel vertelde dat ik mij bezighoud met de ontwikkeling van medezeggenschap kreeg ik van mijn gesprekspartner te horen dat het fenomeen ‘ondernemingsraad’ totaal niet meer van deze tijd was. Te bureaucratisch, niet representatief en allesbehalve waardevol voor organisatie en personeel. Zo’n ondernemingsraad is een reliek uit een duister verleden toen er nog gevochten moest worden om werknemersbescherming, kreeg ik te horen. We zijn beland in een tijdperk waarin leiders al actief in gesprek gaan met hun werknemers omdat ze dat willen, niet omdat ze dat moeten, werd mij verteld. Waarom hebben we daar nog zo’n instituut als een ondernemingsraad voor nodig? Dat creëert enkel stroperige besluitvorming.

Klankbordgroepen

In veel opzichten geef ik mijn gesprekspartner gelijk. Het is inderdaad zo dat werkgevers, meer dan ooit, actief op zoek zijn naar het werknemersperspectief. Niet alleen omdat de conjunctuur dat van ze vereist maar ook omdat er een groeiend inzicht is in de waarde van dit werknemersperspectief voor organisatiedoelstellingen. Immers, de mensen die elke dag het werk doen weten vaak het beste hoe het werk slimmer, doelmatiger, klantvriendelijker en efficiënter kan worden georganiseerd. Daar kun je heel wat consultancykosten mee besparen. Wat echter opvalt is dat er niet direct naar de ondernemingsraad wordt gekeken als men nadenkt over hoe deze waardevolle bron van ervaringen en inzichten aangeboord kan worden. Werkgevers organiseren op andere manieren inspraak. Door bijvoorbeeld klankbord- of werkgroepen op te richten, brede werknemersbijeenkomsten te organiseren of digitale dialoogplatforms te installeren.

Bereidwilligheid

Als er al zoveel interactie is tussen beleidsmakers en uitvoerders zou je je kunnen voorstellen dat een instituut als een ondernemingsraad overbodig wordt. Wat echter ontbreekt in deze redenering is de nut en noodzaak van het institutionele karakter van een ondernemingsraad. Inspraak is immers niet vrijblijvend. Juist als het werknemersperspectief schuurt met de ambities van de organisatie of haar leidinggevenden is een gelijkwaardig en geëquipeerd overleg cruciaal.

Willekeur en ongelijkwaardigheid

Een werk- of klankbordgroep kent in de meeste gevallen geen wettelijk bescherming of democratische mechanismen. Als inspraak niet is geïnstitutionaliseerd, is het overgeleverd aan de bereidwilligheid van actoren om naar elkaar te luisteren en elkaars adviezen op te volgen. In de praktijk leidt dit tot willekeur en ongelijkwaardigheid. Wettelijk verankerde tegenmacht is een doeltreffend middel tegen allerlei kapitalistische en ongewenste excessen. Dat dit in de praktijk ook wel eens leidt tot stroperige besluitvorming moeten we dan maar op de koop toe nemen.

Willem Hunfeld